Van Baskenland tot Catalonië: Roda de Isàbena tot Planoles

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Deze route laat je alle aspecten van de Spaanse Pyreneeën in één dag zien. We vetrekken met de Isàbena aan onze zijde richting Zuid naar Benabarra. Onderweg rij je over de Cerro Calvera, een indrukwekkende rotsformatie waar ook mountain bike routes liggen. Benabarra is nog zo'n slaperig Spaans stadjes waar niets te beleven valt, maar wel met een groot fort bovenop de berg. Het gebouw van Moorse origine staat op weinig toeristische kaarten maar werd recent tot in de puntje gerestaureerd en is zeker een stop waard.

Hier nemen we even de hoofdweg richting oost naar Tremp en verder opnieuw op bochtige bergwegen. Wie voor een culinair avontuurtje te vinden is moet zeker de route volledig volgen tot Montanisell. Dat betekent een 7-tal kilometer off-road rijden, maar niets wat ervaren motorrijder op een hoogpoter of zelfs een tourmotor niet aankan. Aan het einde van dit stukje avontuur wacht je Cal Borda (rij gewoon de binnenkoer op). In dit restaurant laat je je best verwennen door de 'dagschotel', dat betekent als voorgerecht huisgemaakte worst (salami, chorizo, ...) naar believen zelf van snijden, en vervolgens een lekker stoofpotje. Wij lieten ons van elk van de vier hoofdschotels een beetje serveren (konijn, kip, varkenspoot en lokaal geschoten everzwijn). En net als je denkt dat je de enige bent die daar die middag komt eten, loopt het restaurant vol met locals en avontuurlijke toeristen.

Vanuit Montanisell kan wel terug over het asfalt terug weg. We laten letterlijk Andorra links liggen en duwen even door in de skigebieden meer naar het oosten. Eindbestemming is Planoles, alweer een klein Spaans dorp dat ergens verloren ligt tussen La Molina en Ribes. Als kers op de taart van de motordag krijg je de een afdaling geserveerd dat alle beroemde Zwitserse bergpassen laat verbleken.

In Planoles vind je camping Can Fosses, een rustige camping met goede infrastructuur. Shoppen doe je bij de lokale bakker en kruidenier die je in vlot Catalaans te woord staan.

Van Baskenland tot Catalonië: Biescas tot Roda de Isàbena

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Vanaf de camping in Gavin vertrekt de route opnieuw richting oost. Het eerste bord zegt: 22 kilometer bochtige weg ... FEEST! En het houdt niet op bij 22 kilometer, zowat 90% van de dag zullen we doorbrengen met sturen van één bocht naar de andere. Deze streek is ook bekend omwille van de mooie bergwandelingen, parapente en ULM vluchten. Dat toerisme brengt ook de nodige horeca met zich mee en het is dan ook geen probleem om een lekkere 'menu del dia' te vinden op en een terrasje en tegen democratische prijzen. Wij lunchten in Castejòn de Sos, in de hoofdstraat vind je verschillende leuke plekken, en kan je motor vlot kwijt.

Nog 50 kilometer bergbochten verder slaan we rechts af naar het zuiden en volgen kronkels van de Isàbena rivier tot Roda de Isàbena. Dit piepklein dorp kijkt uit over de ganse streek en laat je alle aardrijkskundige fenomenen zien die je op school in theorie hebt uitgelegd gekregen. En het dorp heeft nog meer te bieden, het is namelijk het kleinste dorp met een kathedraal in gans Spanje. Zeker de moeite waard van een bezoek waard en neem ook de tijd om een rondleiding te nemen in de kathedraal. Als motorrijder zit je hier perfect om allerhande ritjes te maken, zowel on-road als off-road.

Het mag dan ook niet verbazen Camping Isàbena een kilometer terug altijd wel een aantal motorrijders op bezoek heeft. De Spaanse sfeer en Duitse organisatie van de familie Badia zorgt voor een perfect mix.

Naar het zuiden met de motor op de autotrein

2014-08-16-13.04.49.jpg
Motor op de trein

Motor op de trein

Of op de mototrein zo je wil ...

Edit 2021: De autotrein dienst is ondertussen overgenomen door https://www.hiflow.com.

Het zijn enkel nog motorrijders met grijs haar die zich herinneren dat je in Brussel je voertuig op de trein kon zetten richting Zuiden. Met het verdwijnen van die dienst vanuit Schaerbeek is het idee om je auto of motor op de trein te zetten blijkbaar uit ons collectief denken verdwenen. Geheel onterecht want zeker als motorrijder kan je op die manier een pak verder op reis zonder je zuurverdiende vakantiedagen op een saaie snelweg te slijten. Maar wat kan er precies en hoe werkt het? Mototravel ging op onderzoek uit.

Vanuit Belgie of Nederland zijn er twee mogelijke vertrekpunten: Dusseldorf in Duitsland (met DB) voor wie richting Italië, Frankrijk, Zuid-Duitsland of Oostenrijk wil, en Parijs (met SNCF) voor wie Naar Zuid Frankrijk wil (vanuit Parijs kan je naar Avignon, Biarritz, Bordeaux, Narbonne, Nice en Fréjus-Saint-Raphaël). Voor ons experiment kozen we als bestemming Biarritz helemaal in het Zuiden aan de Atlantische kust.

Om te beginnen reserveer je heel eenvoudig je tickets bij de SNCF op deze website: https://www.hiflow.com (enkel in het Frans, maar zo voor de hand liggend dat dat niet echt een obstakel mag vormen). Geen zin om je beste frans uit te halen? Dan kan je ook een autotrein biljet bij de NMBS telefonisch boeken. Voor ongeveer 180 euro hebben we binnen de 5 minuten gereserveerd en betaald. We kiezen er voor om de biljetten gratis naar huis te laten opsturen. Dat gebeurt binnen de week en wij hadden nog twee weken tijd. Bij het boeken moet je een aantal zaken over de afmetingen van je motor bevestigen. Het enige wat mij een beetje zorgen baarde was de maximale hoogte van 1,5 meter. Onze BMW R1200GSa is zeker hoger, maar als je het scherm losmaakt en eventueel de spiegels eraf haalt blijf je met deze reus onder de limiet. Let wel, je op dit moment heb je enkel een biljet voor je motor, je moet zelf ook nog op je bestemming geraken. Wij kozen ervoor om aansluitend ook biljetten te bestellen voor de TGV naar Biarritz diezelfde dag. Dat is een handig optie, om 11u ’s avonds ben je al in het Zuiden en kan het geniete beginnen. Je kan ook de dag erna kan vertrekken nadat je een nachtje in Parijs hebt doorgebracht, dan kom je rond de middag aan in Biarritz, zowat tegelijk met je motor. De opties vliegtuig of liften hebben we niet uitgezocht.

Bij het pakken van de motor hou je best rekening met de voorwaarde van de autotrein dat losse bagage niet is toegestaan. Dus enkel harde koffers kunnen mee op de trein, al de rest moet je zelf meenemen. Een beetje optimistisch gingen wij ervan uit dat op z'n minst de tent op de motor kon blijven hangen. Als ze er niet afvalt gedurende 250 autostrade-kilometers, dan zal dat op de trin ook wel lukken zeker? Een kleine misrekening, maar daarover later meer. We voorzagen ook een extra tas om motorlaarzen en broek mee te nemen op te trein, en ook tasjes voor de helm.

Gepakt en gezakt ging het op zaterdagochtend richting Parijs. Vertrek rond 10u betekent aankomen rond 13u in Gare de Bercy (in het Zuiden van Parijs). Perfecte timing want we mochten de motor achterlaten bij de trein tussen 13u en 17u30. Alles zat mee en we waren al voor 13u aan het station. Geen probleem, er stond zelfs al een drietal motoren klaar met dezelfde bestemming. De sympathieke begeleider wist ons te vertellen dat er helemaal niets los moet aan de motor om onder se 1,5 meter te komen. Er hangt een bordje tegen een pilaar die de maximale hoogte aangeeft en daar bleef de GSa ruim onder. Als het over de bagage ging is de man echter minder flexibel. Tassen, of in ons geval de tent, die met snelbinders of spanriemen op de motor hangen gaan mee 'op eigen risico', en hij adviseerde ten stelligste om toch maar alles mee te nemen. Op de waarom-vraag komt een duidelijk (?) antwoord: op de trein kunnen altijd vonken van de electrische bovenleidingen springen en de spanriemen doorbranden ... Wat dat dan met de lak, zadel of andere plastic motoronderdelen doet is ons een raadsel. Maar goed, we waren ingesteld op het betere hijs en sleurwerk dus die tent kon er ook nog wel bij. Nog even een handtekening op een formuliertje waarop bestaande schade aan de motor is aangemerkt en we kunnen weg. Dat laatste lijkt eerder een formaliteit bedacht door een ambtenaar die nog nooit in een station geweest is want het blijft bij twee kruisjes voor een kras en een loszitten stukje plastic. De gedeukte kleppendeksels links en rechts en andere ‘gebruikssporen’ van twee weken off-road in IJsland zijn blijkbaar niet het noteren waarde. Al bij al gaf vooral het personeel ons wel het nodige vertrouwen. Op eenvoudige vraag werd in detail uitgelegd hoe de motor zou vastgemaakt worden (met speciale, onbrandbare, riemen) en onze motor is zeker niet de enige die op de trein gezet werd of terugkwam. We zagen onder andere een fancy Can-Am staan en enkele prijzige Harley’s veilig van de trein rollen.

Eens de motor afgeleverd namen we een taxi naar Gare Montparnasse waar we later die middag een TGV zouden nemen. Metro had ook gekund maar we willen het sleuren met tassen, laarzen en helmen toch een beetje binnen de perken houden. Op dezelfde reden stopten we de gehele zwik in een baggage locker in het station terwijl we de buurt van het station verkenden en een hapje aten. Als je al die zaken begint op te tellen dan loopt de rekening wel op, 7 euro hier en 12 euro daar,  200 euro TGV (voor twee) en straks in Biarritz moeten we ook nog in het stadscentrum geraken en natuurlijk een hotel betalen. Dus een grote besparen tegenover zelf rijden doe je niet.

De rit naar het Zuiden verliep vlotjes. Terwijl we tegen 300 km/u door Frankrijk gleden vroegen we ons af hoe we 5u 30 min onderweg gingen zijn. Een dik uur na vertrek zijn we al bijna halfweg. Het antwoord volgde snel: Hoe verder we van Parijs verwijderd waren hoe trager de trein ging rijden. Eerst viel de snelheid terug naar 150km/u en dan volgende er een reeks tussenstops. Maar stipt om 10u45 rolden we het bescheiden station van Biarritz binnen. Twee haltes verder zoud de trein aan het eindstation Hendaye aankomen, vlak bij de Spaanse grens. Een taxi te pakken krijgen bleek op een zomerse zaterdagavond niet zo evident en toen we meer dan een half uur later nog steeds stonden te wachten besloten we op de net aangekomen lijnbus te springen. Op die manier kwamen we ook tamelijk vlot en voor 2 euro in plaats van 15 euro bij ons hotel in centrum Biarritz. Wij checkten in bij Hotel Oxo en vonden dat perfect. In het centrum maar toch rustig, netjes en aangenaam en niet te duur (ongeveer 90 euro).

Op zondag voormiddag namen we de tijd voor een bezoekje aan de stad en aten we een hapje in de buurt van 'Les Halles'. Maar zo tegen 13u begon de motor microbe toch flink te kriebelen, wetende dat we ons stalen ros vanaf 12u mochten ophalen aan het station. Dus bagage oppikken en taxi richting station!

Daar aangekomen zagen we de beemer netjes staan op een afgesloten terrein. In ruil voor de papieren die we bij aflevering kregen, overhandigde de vriendelijke dame in het kantoor ons de sleutel van de motor. Ze wandelt even mee op de poort te openen en enkele minuten later staan we op straat met een motor die tip top in orde blijkt. Nog even de losse baggage opbinden en de reis kan nu echt beginnen.

Met welke kosten moet je rekenen? (prijzen bij benadering op basis van onze ervaring in de zomer en  twee weken op voorhand geboekt)

  • Treinticket motor: 180 euro

  • Ticket motorrijder: 90 euro

  • Taxi van Gare de Bercy naar Gare Montparnasse: 13 euro

  • Locker: 7 euro

  • Bus naar hotel in Biarritz: 2 euro

  • Overnachting: 90 euro

  • Taxi naar station Biarritz: 12 euro

Links:

Van Baskenland tot Catalonië: Lekeitio naar St-Jean-Pied-de-Port

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Vandaag trekken we Baskenland door van het Westen naar het Oosten. Wie wat extra tijd heeft moet zeker langs Bilbao gaan, maar onderschat het aantal kilometers in deze route niet. Het zijn er maar 171, maar het aantal bochten is fenomenaal. Zelfs van het aantal haarspeldbochten raakten we de tel kwijt. En dat allemaal op rustige wegen, geen caravans of campers te bespeuren, en doorheen eindeloze bossen. Nu weten we (ongeveer) waar de Baskische onafhankelijkheidsstrijders zich schuil houden. Die Baskische ziel voel je trouwens op één of andere manier voortdurend. Dit zijn niet de Spanjaarden die we gewoon zijn te ontmoeten aan de Costa Del Sol. Heel ingetogen mensen die bijzonder blij zijn als ze een bezoeker kunnen verwennen met een eenvoudige maaltijd. Bewijs daarvan was een middagstop in restaurant Arakindegia in Leitza. We konden de motor parkeren in het steegje naast het restaurant zodat de kok van achter het fornuis een oogje in het zeil kon houden en om het menu te verduidelijken werd van elk gerecht een voorbeeldje naar de tafel gebracht. Een aanrader voor wie een stukje Baskische keuken van de gewone man wil leren kennen. Eerder konden we die ietwat vreemde sfeer opsnuiven in Azkoitia waar we op het dorpsplein van een koffie genoten samen met de dorpsoudsten. Dat stadje bleek trouwens de geboorteplaats te zijn van de moeder van Sint Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuïten orde.

Naarmate we verder naar het Westen trekken komen we ook in hoger gebergte terecht en steken we tenslotte de Spaans-Franse grens terug over bij de Izpegi Pas. We duiken de vallei aan de Franse kant in richting St-Jean-Pied-de-Port, een bekende pleisterplaats voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostella. Hier maken ze zich klaar om de Pyreneeën over te steken. Spijtig genoeg betekent dit ook dat het stadje één grote markt is waar toeristen, pelgrims en souvenir verkopers elkaar builen lopen. Voor ons logement rijden we dan ook terug de stad uit richting St-Jean-le-Vieux om ons daar op de rustige camping municipal (eenvoudig en netjes, en vooral rustig) te installeren me een fles wijn.

Download GPS Route: GPS route Van Baskenland tot Catalonië: Lekeitio naar St-Jean-Pied-de-Port

De Route:

Links:

Van Baskenland tot Catalonië: Biarritz naar Lekeitio

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Biarritz is een typische 'oude glorie' dit nog steeds schijnt. Een geliefkoosde bestemming voor Fransen die zee en bergen (de Pyreneeën) willen combineren, maar ook de plek waar hippe jongeren komen om te surfen. Een (heel) klein beetje Californië in Europa dus, ook al omdat de kustroute die we straks zullen volgen in Spanje heel wat gelijkenissen vertoond met de Pacific Coast Highway. Vooraleer we daar zijn loodst de route ons langs het station van Biarritz (waar je de dus eventueel de motor kan oppikken) en in de richting van de grens met Spanje. We nemen een beetje afstand van de zee en duiken de uitlopers van de Pyreneeën voor het eerst in om vervolgens bij San Sebastian terug zicht te krijgen op de Golf van Biskaje. San Sebastian (of Donostia in het Baskisch) is trouwens meer dan de moeite waard om te bezoeken. Dus als je op tijd vertrokken bent in Biarritz, trek dan zeker een uur of twee uit voor een uitgebreide stop.

Van hieruit gaat het verder langs een kustweg die steeds kleiner en pittoresker wordt. Achter elke bocht schuilt alweer een nieuw adembenemend zicht, ronduit fantastisch. Het einddoel van de rit is Lekeitio. Wat op er op de kaart uitziet als een onbeduidend vissersstadje blijkt een fijne badplaats die enkel door Spanjaarden (en Basken) ontdekt is. Een leuke extra voor de zwemmers is het eiland dan voor de kust ligt en afhankelijk van de waterstand te voet of al zwemmend bereikbaar is. Aan de haven ligt een prachtige Basiliek bij een typisch Zuiders plein, en verderop kan je op één van de vele terrasjes genieten van een kop koffie of iets fris. Het aantal restaurants is dan weer beperkt, wij genoten van een lokale witte wijn en pinxtos (tapas) bij Antzarrak.

Voor de overnachting kunnen we camping Endai aanbevelen als een rustige plek met eenvoudig maar net sanitair. In het lokale winkeltje/bar kan je het noodzakelijke kopen om te eten, or ontbijten. Heb je geen tent mee dan is er ook een klein pension verbonden aan de camping. Daarvoor kan je best reserveren. Je komt deze camping trouwens al tegen twee kilometer voor je in Lekeitio bent.