Motormusea en Hans Christian Andersen
/
Voor onze laatste route op Deens grondgebied kiezen we voor het cultureel meer ontwikkelde eiland Fyn. Maar niet voor we in Bryrup nog even een stukje off road meepikken. Niet spectaculair want met een volgeladen reisenduro kan niet veel fratsen uithalen, supersporters kunnen zich wel beter onthouden.
Na het speel-halfuurtje nemen we de snelste weg naar Fyn, de snelweg dus. Historisch is dit eiland gespaard gebleven van oorlogen en dus vinden we hier veel meer burchten en kastelen dan in Jutland. De grootste stad op het eiland: Odense heeft trouwens nog meer te bieden. Dat het is de geboorteplek van Hans Christian Andersen en dat zullen we geweten hebben. We kunnen dan ook niet onder een bezoekje aan het museum uit. Het is genieten als in de tuin (aan het sprookjeskasteel) één van de sprookjes van Andersen gespeeld wordt. Dankzij het goede weer zit het park vol met liefhebbers jong en oud. Gezien we geen Deens spreken blijven we niet het ganse sprookje uitzitten maar gaan we op zoek naar een andere passie: oude motoren. En we worden verwend vandaag.
Eerst trekken we naar het "Europaisk Autombilmuseum" dat net ten oosten van Odense ligt. De naam laat meer vermoeden dan de uit de hand gelopen hobby die dit museum is. Desalnietemin is dit een aanrader, in een grote schuur staat een zeldzame collectie oude auto's en ook een 50 tal motoren, scooters en bromfietsen. De jongensdroom van elke liefhebber.
Van daaruit snorren we door het platteland naar een attractie van een ander niveau. Het "Egeskov Slot" is de grootste toeristische attractie van Denemarken en biedt voor elk wat wils. Van een doolhof tot een bloementuin, een mooi restaurant en een prachtig slot, maar vooral een prachtig ingericht auto- en motormuseum. Niet te missen voor elke motorrijder. Bekijk ook onze fotospecial van dit motormuseum.
Zo tegen 16u maken we ons op voor het laatste stukje rijden dat ons naar de ferry in Bojden die ons naar onze laatste camp plaats in Denemarken zal brengen. Een overtocht van 40 minuten, die 's avonds enkel nog om 17 en 19u uitvaart, dus op tijd zijn is de boodschap.
Aan de overkant vinden we alweer een kleine gezellige camping, aan het water deze keer. Voor picnic shopping is het te laat, dus laten we ons een tweede keer die dag verleiden tot een Deens buffet in een (het enige) restaurant een paar kilometer verderop.
Deze route vorm deel 1 van de Margueriten Route door Denemarken, de andere delen zijn: Margueriten Route trip 1: Van België naar Denemarken: De aanlooproute(s) Margueriten Route trip 2: Van Duitsland naar Denemarken door betwist gebied Margueriten Route trip 3: Langs de westkust van Jutland Margueriten Route trip 4: Over de eilanden naar Aalborg Margueriten Route trip 5: De Jutland jojo langs Skagen Margueriten Route trip 7: Motormusea en Hans Christian Andersen
Bezoeken
Odense: De tweede echte stad die we aandeden. Hier kan gerust ook een dagje doorbrengen want er is nog veel meer dan Hans Christian Andersen. Hans Christian Andersen museum: Toch wel een stop waard om even de sfeer op te snuiven. Europaeisk Autombilmuseum: Een uit de hand gelopen hobby zoals we er allemaal een zouden willen. Egeskov Slot motorcycle museum: Nog zo'n uit de hand gelopen hobby, maar dit keer van een graaf met veel te veel geld. Niet voor niets een van de grootste attracties van Denemarken.
Slapen en eten
Het Egeskov Slot heeft een perfect georganiseerd buffet restaurant, typisch Deens. Een aanrader. Prijs: OO
Vemmingsbund Strandcafe: Een echt Deens strandrestaurant, met een lekker buffet in het weekend.
Spar Es Camping Nog zo'n rustige camping, geleid door een sympathieke dame. De infrastructuur is wat aan vernieuwing toe (tip: neem een familie badkamer), maar zoals overal in Denemarken bijzonder netjes. Prijs: OO

Eens zo ver noordelijk gekomen geraken ook wij niet onder de lokroep uit van het eindpunt. Skagen (Grenen eigenlijk)ligt op de meest noordelijke punt van Jutland en aan het uiterste puntje botsen Kattegat en Skagerrak er op elkaar. Dat gaat niet gepaard met spectaculaire taferelen, het is vooral een toeristische trekpleister. Skagen zelf is best een leuk stadje, zeg maar de betere badstad. Wij genieten vooral van de heen en terugrit en ontdekken een bijzonder lekker en mooi gelegen restaurant net ten zuiden van Frederikhavn: Mollehuset. Met haar grote parking en gelegen een riviertje bij het Bangsbo museum is het de ideale plijsterplaats voor de motorrijder. Lekker eten, maar wel Deense prijzen, niet goedkoop dus.
Het noordelijke deel van Jutland bestaat eigenlijk uit een aaneenschakeling van al dan niet met bruggen verbonden eilanden. We maken van de rit naar Aalborg gebruik om zo veel mogelijk van deze rustgevende omgeving te genieten. Het is soort Vlaamse Ardennen aan de kust. Wel even opletten bij het bochtenwerk want de Denen werken de bermen af met kiezel. Dat leidt tot gevaarlijke situaties vooral in die "sportieve" bochten waar automobilisten geneigd zijn om een stukje af te snijden waardoor ze wat kiezel op de weg duwen.
We kiezen voor een mooie en tegelijk efficiënte weg, inclusief nog een veerpontje, naar Aalborg zodat er tijd is voor een bezoek aan de stad. De motor gaat veilig in een parkeergarage vlak bij het water (en gratis want er komt geen ticket uit de automaat en er is slechts een halve slagboom). Van daaruit zijn we op enkele passen van de oude binnenstad. Gezellig maar wel even uitkijken naar het juiste restaurant, wij laten ons verleiden door een charmante gevel in de uitgaansstraat maar de kwaliteit van kookkunst ligt ver beneden het plattelandsplekje van gisteren.
We besluiten ook wat cultuur op te doen en rijden na de lunch naar de Museum voor moderne kunst: "Kunsten". Wat vooral bijblijft is de architectuur van Alvar Aalto, en de fontein in de tuin. De foto doet de fontein geen recht aan, maar als je gaat kijken (op een mooie zomerdag) dan zal je het snappen.
De stadscamping in Aalborg lijkt ons toch wat te druk, dus rijden we door tot aan de oostkust. De "elite camping" daar is weliswaar voorzien van alle comfort, maar ook van de nodige luidruchtige vikingen en andere dronken Denen. Vanaf nu gaan we enkel nog voor zogenaamde "sma pladser" kleine campings door een familie gerund.
Een paar uur later zijn we alweer klaar voor een nieuwe rit. Het plan is om de westkust te volgen helemaal tot in Vestervig. We blijven zo dicht mogelijk bij het water en maken enkel uitzondering voor een aantal leuke plekken. In de categorie pittoreske dorpen scoort Ribe al meteen goed. Het is ook de oudste stad van Denemarken. Wie er de tijd wil voor nemen kan daar het viking museum bezoeken, en in het dorp zelf vind je de obligate kunst gallerijtjes en brocante winkels. Gelukkig is de motor al te vol geladen om nog iets extra mee te nemen.
Net voorbij Esbjerg kom je voorbij vier imposante beelden die uitkijken over de zee, een leuke foto opportuniteit en tegelijk een plekje waar je gemakkelijk het strand op kan. We sturen nu toch een beetje het binnenland in en stoppen voor de lunch in een onooglijk dorp "Henne". De lunch is uitstekend maar het is ons niet duidelijk of de waard er geen zin in heeft, of dat de Deense Horeca uitbaters altijd zo kort van stof zijn. In het algemeen zijn Denenen niet de meest spontane praatvaren, waarschijnlijk zoals Fransen denken dat wij Belgen wat stug zijn, zo zien wij de Denen dan weer als nog een beetje stugger.
En van dan af is het genieten van wind, water, duinen en mooie natuur. Ringkobing is nog een mogelijke pleisterplaats maar er wacht ons nog een ferry, dus we wij rijden door. Net als we aankomen bij Thyboron zien we de laatste auto de boot oprijden, het licht springt op rood en een tiental auto's is verplicht op de volgende overtocht te wachten. Aarzelend rijden we toch tot de slagboom en de ferrywachter (of hoe noemt zo iemand?) wenkt ons dat we er nog bij kunnen. We zijn al snel aan de overkant van deze oversteek, die eigenlijk de verbinding vormt tussen de Noordzee alle binnenwateren die we de komende dagen zullen oversteken.
Hier komen we in een prachtig natuurgebied. Enkele kilometers verder installeren we ons op alweer een zeer comfortabele en rustige camping. Gelukkig hebben we de shopping voor de picnic al erder gedaan want hier is het vooral de natuur die heerst. Onze Deense buurvrouw verblijft hier jaarlijks enkele weken met haar man. Zij geniet van het natuurgebied, hij gaat zich te buiten aan kitesurfen en andere watersporten, goed geregeld. Mocht het niet zo veraf zijn, we zouden er ook een leuke vakantie bestemming in zien.
Een moderne, comfortable en lichte tent, ditto slaapzak en matje doen wonderen. Bij het ochtendgloren leren we echter dat je motor en baggage terug assembleren na een nachtje camperen toch wat gewenning vraagt. Ook de miticuleus voorbereide routes blijken de transfert naar de Garmin Zumo niet overleefd te hebben, dus die moet nog even hermaakt worden. Maar geen stress we zijn op reis en tegen 11u30 rijden we terug richting Denemarken, vandaag geen snelwegen. Eens buiten de randstad rijden we over het Noord-Duitse platteland richting Wischhafen waar we de ferry naar Gluckstadt zullen nemen. We nemen een aangename (lunch)pauze het dorpje Oberdorf in Cafe Restaurant 53° Nord.
Het gebied waar we vanaf nu door rijden is lang een twistappel geweest tussen Denemarken en Zweden, de definitieve grens ligt pas sinds begin vorige eeuw vast.
Het is geen grote oversteek over de Elbe en er zijn 4 boten in de running, maar alles inbegrepen ben je toch meer dan een half uur kwijt. En intussen is het 3 uur in de namiddag en onze bestemming in Denemarken op het eiland Romo ligt nog 223 kilometer weg. Met als doel om tegen 18u aan te komen zetten we het gas wat meer open en langs vlotte nationale wegen maken we snel vooruitgang richting noord. Plots maken bedrijvige stadjes plaats voor bossen en bomen en 10 minuten later staan we aan de Deense grens. Op het nieuws waren scherpe grenscontroles aangekondigd maar zoals vaak blijken de grote nieuwsbronnen niet betrouwbaar. We stonden dus niet aan de grens want voor we het goed beseften reden we op Deens grondgebied.
De eerste stad waar we langs komen is Tonder. Hier kiezen we voor het eerst voor het bord met de margriet erop en die brengt ons langs de Westkust naar het eiland Romo. Even dreigt de boordcomputer roet in de planning te gooien met een waarschuwing dat de voorband leeg loopt. Maar gezien we niets voelen rijden we wat rustiger door tot enkele honderden meters verder alles terug normaal lijkt. Loos alarm dus.
De brug naar het eiland zorgt voor een adembenemend gevoel, met de ondergaande zon vol in het gezicht is het alsof we door het water rijden. Morgen nemen we de tijd voor foto's, vandaag moeten we nog een tent opzetten.
Romo is behoorlijk toeristisch uitgebaat, dus de campings daar zijn groot en van het familie type. Wij kozen voor de Kommandørgårdens aan de zuid-oost kant. Er is gelukkig zo veel plaats dat we zelfs hadden kunnen kiezen om een persoonlijk voetbalveld naast de tent te hebben.
Tijd voor wat rust en een Deens biertje.
De Deense grens ligt al snel meer dan 800 kilometer weg van Belgie dus een stukje snelwegsnorren is een must voor wie niet oneindig veel tijd heeft. Dus eens de motor met zorg geladen met baggage, tent en aanverwanten voor twee personen sturen we de GS de snelweg op. Onze avonturen motor blijkt een goede keuze voor de job want zelfs volgeladen en met een stevig duo erop blijft die perfect in balans. Blitse acceleraties zijn er natuurlijk niet meer bij maar het is vooral bij het remmen toch even uitkijken hoe je best die halve ton netjes tot stilstand brengt. Lange benen komen dan weer goed van pas bij stapvoetse maneuvers.
De snelwegroute leidt langs Antwerpen, door de Kempen naar Nederland waar we Noordwaards gaan richting Hoogeveen. De innerlijke mens wordt versterkt in Apeldoorn, zo konden we meteen eens checken waarom we even Apeldoorn zouden bellen (denk aan de bekende reclame). Maandag is marktdag, dus keuze te over aan friet en worstenkramen, en op het raadhuisplein (vlak naast de markt) vind je dan weer de gezellige terrasjes. "