Zuid Engelse kust naar Dartmoor National Park

De Engelse Zuidkust zit vol verrassingen. Deze route van Lulworth Cove naar Dartmoor National park sluit aan top de Zuid England Trip 2 en brengt ons verder in het westen van Engeland langs charmante badstadjes en door het unieke natuurpark Dartmoor National Park.

motor-uitzicht-abbotsbury

Vanuit Lulworth gaat het langs de "Jurrasic Coast" richting Dorchester. We laten deze stad echter rechts liggen en blijven dichter bij de kustlijn. Het dorpje Abbotsbury luidt met haar pittoreske okerkleurige huisje en strooien daken een prachtig stukje weg in. Bovenop de heuvel voorbij het dorp heb je een magistraal zicht op de het achterliggende land inclusief ruïne, de zee en een natuurlijke lagune. Wie geïnteresseerd is kan daar ook langs bij een zwanen kwekerij.

Verderop passeren we langs Lyme Regis met typische smalle straatjes en zo volgen we de kust tot in Exmouth. De ferry daar neemt geen moto's mee (enkel voetgangers en fietsers) dus volgen we van hieruit de "River Ex" tot de eerste brug om dan langs de andere oever terug richting zuid te rijden. Dat levert bij de monding van de Ex opnieuw mooie plaatjes op. Verderop rijgen we één badplaats aan de andere en krijgen we een goed beeld van de Engels badcultuur.

In Torquay zeggen we de kust vaarwel en draaien landinwaards naar Totnes met zijn mooie oude huizen en een Ruine van een Normandische burcht, om zo het zuiden van Dartmoor National Park te bereiken. Aan die zuidkant rijden we door piepkleine buitenbaantjes die zo smal zijn dat een auto kruissen zelfs voor een motorrijder even concentratie vraagt. Dit bosland is meer dan idyllisch te noemen, zelfs sprookjesachtig. Het meer noordelijke deel van de "Moor" bestaat uit heide en hier lopen de dieren vrij rond, dus ook op straat. Oplossen dus voor overstekende schapen, pony's en koeien.

Route:

Deze route vorm deel 1 van de Zuid Engeland Motor Trip, de andere delen zijn: Zuid Engeland Motor trip 1: Het hippe Brighton, voor Mods en Bikers alikeZuid Engeland Motor trip 2: Langs de zuidkust naar Lulworth CoveZuid Engeland Motor trip 4: De ronde van CornwallZuid Engeland Motor trip 5: Genieten van het Engelse binnenland van Dartmoor naar StonehengeZuid Engeland Motor trip 6: Ten Westen van Londen langs monumenten en KathedralenZuid Engeland Motor trip 7: Motorrijden door de tuin van Engeland, Kent

Zeker bezoeken:

Op deze route liggen best wel een paar bezienswaardigheden maar je spaart best je tijd voor een regelmatige stop om van de natuur te genieten. Je rijdt als het ware door één groot museum van de natuur. Dartmoor National Park is hierin natuurlijk de topper.

Eten en drinken:

The Royal Oak Inn, Meavy, Dartmoor National Park Typische Pub op een gezellig pleintje in Dartmoor National Park.

Overnachten:

Cherrybrook Zeer comfortabel hotelletje met veel liefde gerund door een stel gepensioneerden. Midden op de Moor met een brilliant uitzicht. De vernieuwde kamers hebben zelfs een station om je iPod op te laden, en er is gratis internet. De ietwat strikte timings die ze er op na houden moet je erbij nemen. Je kan er 's avonds ook een verzorgd stukje eten met een lokaal biertje die de eigenaar persoonlijk gaat ophalen in de brouwerij 5km verder.Parking:De oprit van het hotel biedt plaats genoeg om de motor weg van de weg te stallen en de plek is zo afgelegen dat de kans op diefstal nihil is. Prijs: OO Niet goedkoop maar zeker ook niet bij de duurste, zeker niet voor die niveau van kamer. Website: http://www.thecherrybrook.co.uk/ (nieuwe link)

Dartmoor Inn

The Dartmoor Inn, eenvoudig buiten, schitterend binnen

Een absolute topper in de zuid Engeland! Deze pub ziet uit als 13 in een dozijn, maar dat is absoluut niet het geval. Karen runt deze zaak met heel veel gevoel en creativiteit. Pub food krijgt hier een nieuwe dimensie, eigenlijk is dit gewoon een culinair restaurant. Groenten komen uit eigen tuin (even verderop) en is ook een winkeltje waar je ook alles vindt om je eigen cottage style huis mee in te richten. De kamers doen je dan ook meer denken aan een Engels landhuis dan aan een "roadside pub".Als je langs gaan, doe kan Karen even de groeten van de motorrijder die haar meenamen voor een ritje over de Moor, want toen we onze grote tourmotor op de parking reden was ze meteen gefascineerd. Ze wou altijd al een motor maar had zelfs nog nooit meegereden, iets waar we met veel plezier een mouw aangepast hebben.Parking:Achter de Pub is een grote parking, niet afgesloten maar wel discreet weg van de straat. Prijs: OOO Inlusief een culinaire etentje loopt de prijs van het verblijf al snel flink op. Maar prijs en kwaliteit zijn wel in verhouding. Website: www.dartmoorinn.com

Langs de Engelse zuidkust naar Lulworth Cove

Deze trip start in Brighton, een perfect verlengstuk voor wie de motorroute naar Brighton heeft afgewerkt. Van daaruit gaat het langs de Brits zuidkust naar Lulworth met een serie prachtige streken en wegen op het menu. Van countryside over getijdengebied tot natuurpark, alles komt aan bod.

south-downs-motorrit

south-downs-motorrit

We verlaten Brighton langs de kust en door Hove, tegenwoordig één stad samen met Brighton, om al snel noordwaards te trekken bij Arundel Castle. Vanaf daar loopt de route door de "South Downs", een prachtig natuurgebied. Terug richting kust komen we langs Goodwood, wie wil kan daar even een ommetje maken tot het circuit dat bekend is van het jaarlijkse "Festival of Speed". Verderop kunnen de liefhebbers van Religieuze kunst dan weer een stop maken in Chichester waar de kathedraal pronkt met glasramen van Chagall.

Vervolgens loopt de route door een uniek stukje getijdgebied, een deel van de weg loopt zelfs onder bij elk hoog water. Wie geen verassingen wil kan dus beter de getijdentabellen even raadplegen, alhoewel het enkel op het hoogste punt is dat de weg effectief verdwijnt. Datzelfde getijden effect levert wel prachtige plaatjes op bij Bosham. Je kan in dit charmant dorpje ook terecht voor een hapje in "The Anchor Bleu". Andermaal even opletten waar je je motor parkeert met de getijden, "Icecream Dave" die daar zijn ijsjes verkoopt heeft er zelfs een YouTube filmpje van gemaakt:

the-new-forest-motor-trip

the-new-forest-motor-trip

Voorbij Southampton, waar verder niet te beleven valt, komen alweer in een verrassend natuurpark. Het "New Forest National Park" grenst aan de zee en is uniek omdat alle dieren er vrij in de natuur rondlopen. Het is dus even opletten voor vooral paarden en schapen op de weg. Je kan in het park ook camperen. Diep in het park wacht er de auto en motor liefhebbers het schitterende "National Motor Museum" met een unieke collectie aan oude en recentere auto's en moto's, een paar originele James Bond wagens en de "Top Gear Experience" met de meest spectaculaire voertuigen die dit bekende TV programma voorbracht.Verder richting west komen we ook nog langs het Sammy Miller Motorcycle Museum voor wie er echt niet genoeg kan van krijgen.

ferry-naar-swanage

ferry-naar-swanage

Na al die bezoekjes is het weer tijd om te rijden. De route neemt ons naar Bournemouth, een typsiche badplaats waar we even door moeten om de ferry naar Swanage te nemen. We steken het zeegat snel over (moto's parkeren links in de "gaten" op de boot) naar de "Isle of Purbeck", een schiereiland met alweer een uniek natuurgebied. Hier keert de rust terug en door deze prachtige streek rollen we richting Lulworth cove. Dat kan via de grotere weg langs Wareham en Wool, of door alweer een mooi stukje natuur. Maar dat laatste kan alleen als "onze Britse jongens" dat toelaten want dit is oefenterrein voor de tankdivisie die daar in de buurt gehuisvest is. De weg is er dus soms afgesloten, en je vindt er verkeersborden die met "Tanks Crossing" en "Sudden Gunfire" erop.

lulworth-cove-motorroute

lulworth-cove-motorroute

Het eindpunt van deze route is een echte topper. Lulworth Cove is een unieke baai die zo lijkt weggelopen uit een piraten film. Bij goed weer een plekje om een dag uit te blazen en te genieten van de "Jurrasic Coast". Wij verbleven in het Lulworth Beach Hotel, het beste wat er daar te vinden is met nette kamers en een OK restaurant (naar Britse normen).

Route:

Het hippe Brighton, voor Mods en Bikers alike

Het Zuiden van Engeland heeft veel leuke plekken, maar de eerste echte topper langs de Zuid-Britse kust is zeker Brighton. Al sinds King George IV in 1823 er zijn exotisch "Royal Pavillion" neerzette is de stad een trekpleister voor het hippe volkje uit Londen. Voor motorliefhebbers is de periode van de rivaliteit tussen de scooterrijdende Mods en op motoren rondscheurende bikers in de jaren 60 dan weer een goede reden voor een stop in Brighton.

Afgebrande Brighton Pier

Afgebrande Brighton Pier

Het Zuiden van Engeland is zeer gemakkelijk bereikbaar, en je hebt verschillend opties. Wie zijn ouwe scooter niet al te veel pijn wil doen kan simpelweg naar Oostende rijden en van daaruit de boot nemen naar Ramsgate. Met een ietwat jonger voertuig ben je in geen tijd in Calais, en dan heb je nog altijd de keuze tussen de romantiek van een boottochtje en de efficiëntie van de kanaal tunnel.

Wij kozen voor een overnachting in Calais in één van de vele budget-hotels daar. In en vooral rond de stad vind je KyriadFormule 1Etap, etc. Waar je voor weinig geld netjes slaapt. Je hang naar wat luxe kan je dan botvieren door één van de vele lekkere restaurants te bezoeken in Calais. Een absolute aanrader is "Le Channel", de motor voor de deur, zeer vriendelijke ontvangst en culinaire menu's van 30 tot 60 euro (zonder wijn). De wijnkelder van het huis is ook niet te versmaden, maar dan loopt je rekening natuurlijk al snel op.

Eens het kanaal over begin de pret echt. Niet vergeten links te rijden! Een goeie tip kregen we hier van een stel doorwinterde motards: zorg voor een aanduiding op je motor die je er regelmatig aan herinnert dat je links moet rijden. Een sticker (pijl naar links) op je scherm of GPS, of eenvoudigweg een felgekleurde wasknijper ergens in je gezichtsveld (aan de linker kant) behoeden je straks misschien voor vervelende situaties.

Vanuit Dover kiezen we resoluut voor de kust, door moeras en duinlandschappen kom je stap voor stap terecht in de rust van de English Countryside. Kuddes schapen houden je gezelschap (niet tellen!) en van één pittoresk dorpje naar de andere ingedommelde kustgemeente rol je richting Brighton. Wie de ferry van 9u15 genomen heeft in Calais raakt (dankzij het uurverschil) met de motor vlot tegen de middag in Hastings, zelfs een vlotte scooterrit kan lukken. Hastings - verbroederd met Oudenaarde in België - biedt een voorsmaakje van Brighton. Zeker niet zo "hip" maar wel gezellig met tal van pubs, restaurants en snack-bars waar de innerlijke mens kan versterkt worden. "The Old Custom House" is een goeie keuze voor wie een croque, broodje of aardappel in de schil wil met een kop koffie of thee.

Wie zich tot nu toe wat verstoken wist van het groene Engeland en bochtjes pikken moet in Hastings zeker het voorwiel naar het Noorden wenden. Zo zit de route hieronder in elkaar. Scooter- of oldtimer rijders die liever wat minder kilometers doen volgen gewoon de kust tot Brighton.

In Brighton is Hotel Pelirocco een aanrader voor wie open van geest is. Dit geschift hotel heeft - naast de erotisch getinte "Play Room" - een "Modrophenia room" die geheel in teken staat van de Mod sfeer met referenties naar Quadrophenia van The Who (plaat en later film). Heb je de film gezien dan kan je de "hotspots" waar deze zich afspeelt gaan bezoeken, en heb je meteen ook een flink stuk van de stad gezien.

Route:

Deze route vorm deel 1 van de Zuid Engeland Motor Trip, de andere delen zijn: Zuid Engeland Motor trip 2: Langs de zuidkust naar Lulworth CoveZuid Engeland Motor trip 3: Langs de Zuidkust naar Dartmoor National ParkZuid Engeland Motor trip 4: De ronde van CornwallZuid Engeland Motor trip 5: Genieten van het Engelse binnenland van Dartmoor naar StonehengeZuid Engeland Motor trip 6: Ten Westen van Londen langs monumenten en KathedralenZuid Engeland Motor trip 7: Motorrijden door de tuin van Engeland, Kent

Eten:

Restaurant Le Channel in Calais Klassiek frans restaurant met stijl, lekker eten en behoorlijk geprijsd Prijs: OO

The Old Custom House in Hastings Lekkere koffie/snack bar met terras op de dijk van Hastings. Prijs: OO

Brighton: Aan eetgelegenheden is er geen gebrek in Brighton, de stad telt 400 restaurants, een paar suggesties: Pub The Pump House in Brighton Gevestigd in het oudste huis van Brighton Prijs: OO

The Chilli Pickle in Brighton Heeft niets te maken met de armlastige Indische restaurants die we in Belgie gewoon zijn. Een modern restaurant met excellent eten en voor wie heimwee heeft staat er zelf 's Duvel op de kaart om het pikante eten te blussen. Prijs: OO

Verblijf:

Hotel Pelirocco in Brighton Compleet geschift maar bijzonder leuk met een gezellige bar en crazy kamers Prijs: OO

Te bezoeken:

The Royal PavillionBrighton PierQuadrophenia locaties (zie kaart) "The Lanes" shopping

Eiffelrit van Ahr naar Ourthe

Motorrit door de Duitse Eiffel met vertrek net over de Belgische grens. Je verkent het Eiffel natuurpark, de Ahr valei en zakt dan af naar de Vulkaan Eiffel met een verplichte tussenstop aan de Nürburgring. Je eindigt terug in België bij de bron van de Ourthe. Kasteel in Eiffel gebergte

De Eiffel moet zowat de populairste motorbestemming zijn voor zowel Nederlanders, Belgen als natuurlijk de Duitsers zelf. Dat mochten we zelf ervaren toen we ietwat onverwacht in het Motorhotel Am Vulcanberg terecht kwamen en hartelijk ontvangen werden door een Nederlands koppel dat op hun geheel eigen manier motorrijders thuis laten komen in de Vulkaan Eiffel.

Maar er is natuurlijk meer te beleven in de Duitse versie de Ardennen, meer bochten, mooier asfalt en minder verkeer zijn alvast de smaakmakers van deze streek.

De Tigiwon Trail

De voorbije maanden hebben we in Europa voldoende sneeuw gezien om motorrijders terug naar de lente te laten verlangen. Of je kan natuurlijk voor een alternatief kiezen: de sneeuwscooter. Voor de gelegenheid trok mototravel.be naar de Rocky Mountains om in het "White River National Park" door de sneeuw te gaan ploegen. Sneeuwscooter route door de RockiesSneeuwmobielen is een makkie, zolang je het een beetje beschaafd houdt. Zeker voor een ervaren motorrijder. Hoewel er natuurlijk een paar verschillen zijn. Gas geeft je met een soort verkorte en aan de verkeerde kant van het stuur gemonteerde remhendel, te bedienen dus met de duim van je gas-hand. Versnellingen zijn er niet, en de koppeling grijpt automatisch aan bij het juiste toerental. Supereenvoudig dus.

Zo'n scooter, zelfs de toeristen-versies, halen anderzijds wel behoorlijke snelheden. Gedurende deze korte eerste ervaring haalden we toch even een topsnelheid van 61 km/uur. Best indrukwekkend want als motorrijder ben je gewoon om een machine te hebben die je op de centimeter kan sturen terwijl de scooters over de sneeuw schuiven met een tolerantie van vlot enkele tientallen centimeters. Maar na een kwartiertje ben je dat gewoon en leeft je met het principe "de scooter gaat in de richting van je rupsband". Rustig de bocht in en zodra je in de goeie richting staat bij het uitkomen ... gaaaaaas.

De eindeloze Rocky Mountains bieden natuurlijke de ideale scene voor dit soort vertier. De Tigiwon Trail die wij kozen is maar een vliegescheet groot in het White River National Park, maar biedt ruimte zat om je uit te leven. De gidsen van Nova Guides zorgen dat je overal veilig doorkomt, geven interessante uitleg over de streek en de natuur en zien erop toe dat de natuur gerespecteerd wordt. Geen snoeppapiertjes laten vallen dus!

In de zomer kan je deze route met de jeep of off-road motor doen. Waarschijnlijk volstaat een niet al te sportieve of zware motor ook om het pad boven te rijden. Maar dan volg je best de aanduidingen van deze GPS route niet. We zijn namelijk een paar keer tussen de bomen door gedoken, in besneeuwde toestand is dat toegestaan maar in de zomer lukt dat niet.

Hoe in de Rockies geraken, waar verblijven en waar kan je eten?

  • Je kan best vliegen naar Denver, deze stad ligt aan de voet van de Rockies en met een huurauto ben je twee uur later in het hart van de bergen. Denver International Airport is één van de grootste luchthavens ter wereld, dus je raakt er gemakkelijk met een keuze aan vliegtuigmaatschappijen. Naar onze mening biedt Britisch Airways de meest comfortabele vlucht omdat je in één ruk van Londen naar Denver vliegt.
  • In de zomer kies je natuurlijk voor een motor. Dan is de beste optie om een nachtje in Denver te blijven (leuke stad, lekkere restaurants) om de volgende dag fris te zijn voor de reis. Je kan zowat elke motor huren in Denver, ook Europese:
  • Vanuit Denver rij je dus vlot naar 4 grote skigebieden:
    • Breckenridge
    • Vail
    • Beaver Creek
    • Aspen (2 uur extra rijden en de place-to-be voor de jet-set - ook bereikbaar met je privé jet)
  • Een leuke tussenstop voor een hamburger onderweg vind je in Idaho Springs. In die Wester-dorpje vind je de Tommy Knocker brewery waar je in de brouwerij zelf een hapje kan eten en proeven van de lekkere bieren daar.
  • In Vail, Beaver Creek en omstreken zijn er legio hotels te vinden, wie iets charmanter zoekt kan terecht in de "Minturn Inn", een charmante bed & breakfast op een boogscheut van de Tigiwon Trail. Voorlopig is dit ook nog een meer betaalbare plek, maar zodra de skipistes in Minturn klaar zijn zullen de prijzen de lucht in schieten.
  • Wie niet genoeg kan krijgen van de hoogte moet zeker naar "Beano's Cabin" gaan eten. Boven op Beaver Creek Mountain, enkel bereikbaar met een snowcat, kan je er culinair dineren in een mega-blokhut op zo'n 3000 meter hoogte. De prijs is spijtig genoeg even hoog als de locatie.
  • En voor uitstapjes in de natuur per sneeuwscooter, quad, raft of wat je ook maar wil, zelfs de grote avonturier kan terecht bij Nova Guides.

De Kastelen van de Loire op de motor

Alle streken van Frankrijk hebben we al aangedaan en telkens weer reden we langs of voorbij de Kastelen van de Loire. Hoog tijd dus om de kastelen van de Loire hun eer aan te doen. Deze bestemming is echt één van de verplichte nummertjes van Frankrijk. Cherverny waarop het kasteel van Kuifje geïnspireerd is

Reisverslag

 

  • Alle streken van Frankrijk hebben we al aangedaan en telkens weer reden we langs of voorbij de Kastelen van de Loire. Hoog tijd dus om de kastelen van de Loire hun eer aan te doen. Deze bestemming is echt één van de verplichte nummertjes van Frankrijk. Bij zo een trip hoort een klassieke authentieke groene reisgids Michelin, die ons van kasteel naar kasteel brengt. Deze gids bezorgt je de gepaste portie historische informatie. De waardebepalingen met sterren bij elke bestemmingen helpen je als motards de juiste keuze te maken, of priortiteiten te stellen. De Michelin Atlas Routier France was perfect bij de dagelijkse uitdaging toffe ritjes en superbe picnic plaatsjes waar we een zaak van eer van maken. Niets boven een lunchpauze aan de oevers van de rivier met een stukje kaas, glaasje wijn en een stokbrood van bij de lokale boulangerie? En wie nog meer routes in Frankrijk wil moet zeker hetMichelin boek met 80 motorroutes voor Frankrijk in huis halen.
  • Een uitdaging bij onze mototripjes is het vinden van verrassende logies. Op weg naar de Loire vonden we alweer een pareltje als eerste tussenstop. Manoir Saint Charles te Rémy, een chambre d'hôtes met middeleeuwse oorsprong, gerund door een gepassioneerd koppel. Deze zomer namen we het diner en het ontbijt buiten aan de rand van het zwembad. Een oprecht warm onthaal, in een apart kader. Een echte aanrader! Meer informatie onderaan het artikel.
  • Het kasteel-plezier begint trouwens al ten noorden van Parijs. Het kasteel van Pierrefonds wordt door de locals als het mooiste van Frankrijk omschreven, maar zo zijn er waarrschijnlijk wel meer.
  • Grotere kaart weergeven
  • Voor een rondrit langs de kastelen van de Loire zoek je best een centrale plaats als uitvalsbasis. Deze zomer was het echt warm op de moto. Het eisenpakket van het logement werd dus uitgebreid met "beschikbaar zwembad". Dit vonden we in "Chateau du Breuil", te Cheverny. Niettegenstaande dit kasteel deel uitmaakt van "chateaux & hotels collection", krijg je bij het onthaal, zelfs al aan de telefoon, of je bij de kasteelheer zelf komt logeren. In het kasteel zelf was er geen kamer meer vrij. Wij logeerden in een recent verbouwde schuur op het domein, op de eerste verdieping, met ruim balkon. Een droom voor een motards. We reden met onze moto tot aan de kamer, parkeerden hem onder ons balkon en de motor outfits konden zonder problemen even "uitdampen" op het balkon. Elke dag ontbijt in het kasteel. Daarvoor wandelde je even door de boomgaard. Het menu van de dag kon je raadplegen op de pupiter in de inkomhal. De gastheer zelf is een lopende toeristische dienst van  de Loire en gepassioneerd Loire Wijn kenner. 's Avonds bij het diner, dat voortreffelijk was bereid met seizoensproducten door zijn ega, werden de smaakpapilen extra uitgedaagd met het verkennen van weer een ander lekker wijntje. Het bordje kaas uit de regio na de maaltijd mocht niet ontbreken. La douce France, ten voeten uit!

Voor wie van architectuur, natuur en geschiedenis is er in de Loirestreek veel te veel om uit te kiezen. We selecteerden dus een paar bestemmingen. Met een motopak aan uitgebreid een kasteel bezoeken is geen optie. Alhoewel sommige kastelen over lockers beschikken waar je je zware outfits kunt opbergen. Langs deze route vind je een mooie selectie van de interessantste kastelen. Je kan ze naar keuze in één of twee dagen afwerken, afhankelijk van hoeveel kastelen je ook van binnen wil bekijken.

  • Cheverny, net zoals in het stripverhaal van Kuifje.

Een prachtig verzorgd kasteel, met ruime parking. Jammer dat je moet aanschuiven door het souvenirswinkeltje voor tickets. Hier zijn geen lockers, maar in het kasteel zelf kan je wel je jas achterlaten bij de ingang. Zeer vriendelijk onthaal in het kasteel zelf. Indrukwekkend zijn de originele meubels in alle vertrekken. De wereldberoemde hondenkennel op het domein is echt de moeite. Duizenden toeristen komen jaarlijks Cheverny bezoeken en geen hond (letterlijk) die er zich iets van aantrekt. Op het domein is ook een tentoonstelling over Kuifje die echt de moeite waard is.

  • Blois, gedomineerd door de Loire.

Fantastisch mooie stad. Zeer gezellig om een terrasje mee te pikken. Wie hier in de buurt logeert kan 's avond terugkeren voor een indrukwekkend licht en klankspel op de muren van het kasteel dat de stad domineert.

  • Chambord, het kasteel met de 365 schoorstenen.

Imposant.Wij hebben het niet bezocht. We zijn er gewoon 's rondgewandeld

  • Chenonceau, le chateau des dames

Zeer mooi gelegen aan de rivier Cher. Een prachtig kasteel met ruime parking en lockers (voorbij de ingang rechts aan het begin van de oprijlaan). Verrassend is de keuken, die naar oud model volledig gerestaureerd is en de eigen haven van het kasteel. Wie per sé zonder betalen glimp wil opvangen kan naar de andere kant van de cher rijden en daar vrij dicht komen met de motor. De laatste 100 meter moet je wel te voet doen. Tip: vanaf de west-kant kom je het dichtst met de motor.

  • Chateau de Villandry, met tuinen.

Hier ook terug lockers. De motor staat op een parking aan de straatkant. Je kan kiezen voor een ticket voor de tuin en/of kasteel. Wij kozen voor een ticket tuin. De uitgestippelde wandeling door het bos en de tuin is zeker een aanrader om te volgen. Zo heb je zicht op het kasteel en de fantastisch mooi aangelegde tuin. De schoonheid en netheid en ordelijkheid en overzichtelijkheid en oogst van de verschillende tuinperken doet elke hobby tuinier watertanden.

  • Chaumont-sur-Loire, festival international des jardins 2009

Wij kozen blijkbaar voor de ingang bij de rivier en kregen een ferme klim tevoet (bij 30 graden in motorpak) als intro. Heb je geen zin in stappen dan kan je aan de westelijke kant van het park ook een ingang vinden. Lockers zijn er niet, maar bij de ingang van de tuin kan je weer één en ander achterlaten bij de vriendelijke bewakers daar. De tuin is jaarlijks het kader voor een internationaal tuinarchitecten event. Apart, mooi, mindermooi en sommige installaties waren imponerend. De cataloog kostte 10 euro, in het Frans en in het Engels. Je krijgt er het overzicht van de werken, inclusief de plantenlijst voor wie groene vingers heeft. In de tuin is een heel mooi tijdelijk restaurant opgetrokken en leuke koffie en thee tent.

Verblijf:

Le Manoir Saint Charles - Rémy - Frankrijk Manoir Saint Charles te Rémy, een chambre d'hôtes met middeleeuwse oorsprong, gerund door een gepassioneerd koppel. In het hartje van een klein dorpje, ten noorden van Parijs vonden we dit verblijf op een domein van 6 hectares groot. Mevrouw staat garant voor een lekkere keuken. Meneer  is een professionele knutselaar en herstelt het park en het huis in zijn oorspronkelijk sfeer. En daar zijn wel een paar verassingen te vinden, van basaltzuilen over geheime gangen tot een met wind aangedreven waterpomp. De kamers zijn zeer luxueus ingericht en voorzien van alle comfort. ◦ Verzorgde table d’hotes, aan het zwembad als het weer dat toelaat. ◦ Je rijdt de motor op het domein binnen waar hij behoorlijk veilig staat. ◦ Website: Le Manoir Saint Charles

Chateau du Breuil - Cherverny - Frankrijk

  • Een sympathiek culinair restaurant, de charme van een Chambre d'hotes met de service van een hotel. Idem voor het ontbijt.
  • De motor staat op een groot afgesloten domein, wie in de boomgaard logeert kan de motor zelfs vlak bij raam stallen.
  • Website: Chateau de Breuil

De kastelen:

PierrefondsChevernyBloisChambordChenonceau Villandry Chaumont-sur-Loire

Het groene hart van Nederland

Een prachtige rondrit door de Hollandse polders.

Heinkel Scooter ten zuiden van Amsterdam

"Heinkel Club De Kwakel" organiseert om de drie jaar een internationaal scooter treffen en in 2009 stippelden ze deze prachtige route uit door het groene hart van Nederland. Het werd een prachtige rondrit door de Hollandse polders. Daar zie je pas echt waarom Nederlander meer bezig zijn met de stijging van het zeepeil dan bijvoorbeeld de Belgen. Maar zolang het daar niet ondergelopen is vormt deze streek een uitgelezen plek voor rustig toeren.

De Route:

De rit vertrekt en komt aan in Uithoorn, niet meer dan 15 kilometer van Amsterdam. Ze loopt langs de mooiste plekken van het groene hart van Nederland over de dijken en door dorpen, dwars door natuurgebieden en langs de Amstel. Wel even opletten voor de vele fietsende autochtonen. Voor wil in Vlaanderen vertrekt is dit een leuke aanlooproute:

Verblijf:

Amsterdam ligt op een steenworp van het vertrekpunt en biedt een massa mogelijkheden voor logement. Maar ook "op den buiten" ten Zuiden van Amsterdam vind je een aantal leuke plekken, zoals bijvoorbeeld "Logeren aan de Amstel".

Eten en drinken:

De Vier Balken ◦ Je hoeft in Nederland absoluut niet te overleven op karnemelk en beschuit met muisjes. Op het terras van "De Vier Balken" krijg je een heerlijke maaltijd geserveerd, van een boerenomelet over een slaatje tot een volwaardige steak. ◦ Parkeren kan van de weg af links af van het terras ◦ Website: www.vierbalken.nl

Isle of Man: De TT Race achterna

Meer dan 100 jaar hardgaan in de Ierse Zee

In juni 2007 vierde het eiland Man het 100-jarig bestaan van de TT-races. In 1907 raasden voor de eerste maal motoren over het eiland in de Ierse Zee. Het evenement is beroemd en berucht. En uniek.

Isle of Man TT Race

Het eiland Man noemt zich zelf de Road Racing Capital of the World, de hoofdstad van het echte wegracen. Want er zijn tegenwoordig twee types van snelheidswedstrijden: races op speciaal aangelegde circuits én races op de gewone weg. Voor de duur van de wedstrijden worden de wegen afgezet. Zo’n dertig jaar geleden was dat ook in de lage landen bij gebrek aan echte circuits de gang van zaken, maar nu is dat eerder regel dan uitzondering. Anders is het aan de overkant van Het Kanaal, of beter gezegd nog verder: aan de overkant van de Ierse Zee. In Ierland en Noord-Ierland én op Man, midden in de Ierse Zee.

Op dat eiland ligt de oorsprong van het wegracen in Groot-Brittannië, zowel op de baan als op de afgezette wegen. De eerste race op Man vond in 1904 plaats, een wedstrijd voor auto’s. Drie jaar later reden voor de eerste maal motoren er hun rondjes in competitieverband. De race heette vanaf het begin Tourist Throphy. Er werd gereden met machines die afgeleid waren van standaardmotoren, geen echte racers. De wedstrijd moest de betrouwbaarheid en de uithouding van de motoren aantonen. Maar waarom trokken de snelheidsduivels juist naar Man? Makkelijk was en is anders, want machines, onderdelen en mensen moesten en moeten met de boot naar Man. Alles had te maken met de weigering van de Engelse regering om openbare wegen af te sluiten om er races te houden. Man had en heeft nog altijd een eigen regering en parlement en gaf wel toestemming om wedstrijden te houden op een stuk openbare weg. Later konden ook in Engeland zelf races gehouden worden, veelal op speciale banen.

Route Isle of Man TT Mountain Circuit:

Motorgek

 

Man is uniek voor motorrijders, dankzij de TT races. Zelfs als er niet geraced wordt (in juni de TT, in augustus de Manx TT voor amateurs en classic racers), is het eiland motorgek. Motorrijders maken de oversteek vanuit Liverpool of Haysham om toch een keer op dat circuit te kunnen rijden, langs beroemde en beruchte plaatsen die ze kennen van foto’s en video’s. In Douglas hebben de winkels TT-souveniers (van stickers tot jassen), boeken en video’s. Duke Video, het bedrijf van zesvoudig ex-wereldkampioen en winnaar van zes TT’s Geoff Duke, heeft er zijn hoofdkwartier. De lengte van de baan is 62 kilometer. Het is een opeenvolging van snelle en minder snelle bochten, door kleine dorpjes, langs muren, heggen en bossen en over de met hei begroeide ‘mountain’. Een lust voor elke motorrijder. En je mag op Man buiten de bebouwde kom zo hard rijden als je maar wil. Voorlopig is Man daarmee nog een uitzondering in Europa (alleen is de vraag hoe lang nog).

Honda

Tot ver in de jaren zestig was ‘Man’ een verplicht nummer voor rijders en fabrieken. Winnen op Man betekende een succes in de verkoop van standaardmotoren naar het adagium ‘Win on Sunday, sell on Monday’. Na de Italianen en Duitsers kwamen ook Japanners naar Man om de Britten in eigen huis van repliek te dienen. Voor Soichiro Honda, de stichter van Honda, was racen en winnen op Man in de beginjaren van de firma het streefdoel. In 1954 maakte Honda bekend dat zijn bedrijf in 1955 op Man zou rijden. “Ik heb besloten om volgend jaar aan de TT van Man deel te nemen! Dit doel is zeker moeilijk, maar we moeten het bereiken om de levensvatbaarheid van de Japanse industriële technologie te testen en aan de wereld te demonstreren. Onze missie is het tonen van de Japanse industrie. Ik geef hierbij openlijk mijn doelstelling: ik zal deelnemen aan de TT-races en ik verklaar met mijn medewerkers dat ik al mijn energie en creatieve krachten zal steken in winnen,” aldus Honda in een verklaring. Dat jaar bezocht Honda voor de eerste keer het eiland Man en hij kwam een illusie armer terug van die reis. Hij kreeg er de verrassing van zijn leven. Honda zag er de racemotoren van NSU, Norton, Gilera die veel meer vermogen leverden dan zijn creaties met dezelfde cilinderinhoud. “Wat wist ik weinig van de wereld. Ik was wellicht te driest om die verklaring af te geven,”was zijn reactie. Bovendien zag hij dat banden en kettingen superieur waren aan de Japanse exemplaren. Hij nam er dan ook mee terug naar Japan. Daar begon voor de Honda-werknemers de taak om méér toeren en dus méér vermogen uit de eigen blokjes te halen. Niet in 1955 maar pas in 1959 stonden de Honda's op de deelnemerslijst van de TT. Maar sindsdien is het Japanse bedrijf er zeer succesvol geweest. Na Honda kwamen ook Yamaha en Suzuki naar Man.

Klad

 

Maar aan het begin van de jaren zeventig kwam de klad in de TT-races. Toprijders keerden meer en meer het eiland hun rug toe wegens te gevaarlijk. De fabrieken verminderden in die jaren hun race-inspanningen en daardoor viel de contractuele verplichting om in Man aan de start te verschijnen voor de coureurs weg. Racen op het eiland is nooit zonder gevaar geweest en in die tijd werd het aantal slachtoffers er ook hen te veel aan. Wereldkampioen worden kon ook zonder op Man te rijden. Toen in 1972 de Italiaan Gilerto Parlotti, toen leider in het WK125 cc, het eiland in een doodskist verliet, zwoeren de enkele toprijders die er nog kwamen, er nooit meer te racen. In 1977 verloor de wedstrijd de WK-status. Niet dat daarmee het einde van de races een feit was. Achteraf gezien is het een ‘blessing in disguise’ geweest. Men paste de wedstrijdformule enigszins aan (een nieuw wereldkampioenschap aanvankelijk puur voor de TT), haalde door te rammelen met een enorme geldbuidel zelfs critici als Phil Read terug.Oud-wereldkampioen Mike Hailwood maakte speciaal voor de TT een comeback in 1978. Eigenlijk ging men terug naar de oorsprong: de motoren in die races moesten afgeleid zijn van standaardmotoren. Tegenwoordig wordt er trouwens nog nauwelijks met pure racemotoren gereden. Die zijn quasi enkel te zien in de Grote Prijzen. De TT is overigens nooit dood geweest. De rijders bleven en blijven komen, evenals de toeschouwers. Er kwam wel een andere generatie rijders: een generatie van real roadracers. Meest illustere roadracer was Joey Dunlop. De Noordier startte in 1976 voor de eerste maal in de TT van Man en won in 2000 op 48-jarige leeftijd zijn 26-ste TT (een absoluut record). Nauwelijks een maand later verongelukte Dunlop tijdens een kleine internationale wedstrijd in Estland. Het was een wrede speling van het lot. Zelfs zonder wereldkampioenschapsstatus blijft de TT van Man belangrijk. Voor de Britse motorhandel is winnen op Man nog altijd reclame en dus verkopen. Maar ook buiten Groot-Brittannië blijft de TT een groot evenement. Honda vierde er zelfs in 1998 het 50-jarig bestaan. Ook voor het eiland zelf zijn de races interessant. Ze trekken tegen de 50.000 bezoekers (en de verwachting is dat er voor het eeuwfeest 75.000 komen). Die betalen de overzet en eten, drinken en slapen op het eiland. De organisatie van de wedstrijden is tegenwoodig dan ook in handen van de toeristische dienst van het eiland. De races zorgen voor enkele miljoenen ponden aan inkomen voor de eilandbewoners.

Haat-liefde

Veel rijders hebben een haat-liefde verhouding met de TT. Een aantal meningen.

  • Vijftienvoudig wereldkampioen Giacomo Agostini in Fifteen Times:

“Ik heb altijd gezegd dat de TT één van de mooiste circuits van de wereld is, een rijderscircuit, en dat als je erin slaagt een TT te winnen je een echte kampioen bent. De baan heeft immers alles: heuvel op, heuvel af, sprongen, bochten in de afdaling..... alles. Maar er is ook mist, regen en in één ronde kun je op verschillende punten in de regen, mist en de wind komen. Als je viel, kon je het wel vergeten.”

  • Geert Lambrechts (veelvoudig Belgisch kampioen en regelmatig deelnemer aan lange afstandsraces, hij reed in 2004 op Man):

“Man is een circuit waar je respect voor moet hebben.”

  • Jim Redman (zesvoudig wereldkampioen in de jaren zestig) in zijn autobiografie:

“Je kunt je de luxe niet veroorloven om in de TT fouten te maken, omdat je geen kant uit kunt, behalve tegen iets hards. De angst voor de TT leerde me er heel voorzichtig te zijn en in al de jaren dat ik er gereden heb, meestal in drie klassen, ben ik geen enkele keer gevallen.”

  • Achtvoudig wereldkampioen Phil Read in zijn biografie 'The Real Story' uit 1977:

“In 1972 had ik een beslissing genomen. Ik had voor de laatste keer geracet op het Mountain Circuit. Niet langer was ik betrokken bij een traditie op kosten van de levens van mijn vrienden.... en wellicht van het mijne.” Detail: toen de TT in 1977 zijn GP-status verloor werd er een nieuw wereldkampioenschap opgezet: Formule 1. Eén race telde voor dat kampioenschap, gedoteerd met vele ponden. De eerste winnaar? Phil Read.

  • 11-voudig TT winnaar Philip McCallen (in zijn biografie Supermac):

"Als ik op Man gecrashed zou zijn, had ik me zwaar kunnen blesseren. Dat is de aard van de TT: met afstand de zwaarste race in de hele wereld, waar je als je een fout maakt, gewond raakt. (....) Het is een ervaring om naar Man te gaan en er aan de TT deel te nemen. Ik zal niemand tegenhouden, omdat het zo'n briljant gevoel is om er te racen, vooral als je het geluk hebt het er goed te doen."

  • Carl Fogarty (in zijn autobiografie 'Foggy'):

“Het rijden op een circuit van 37 mijl over bergen en door kleine dorpen, dichtbij de toeschouwers en soms tegen de stoepranden, is een fantastisch gevoel - vooral als je wint. En sinds ik een kind was, wilde ik de TT winnen.” Fogarty zette in 1990 een nieuw ronderecord neer van 18 minuten en 18,8 seconden (123,61 mijl per uur, 200 kilometer per uur gemiddeld). Dat hield stand tot 1999.

Legendarische TT-deelnemers

Het eeuwfeest van de TT van Man werd bijgewoond door een groot aantal ex-toppers, die ooit aan de races hebben deelgenomen. Er kwamen zelfs rijders die nooit één meter op het Mountain-circuit geracet hebben. Zo maakte bijvoorbeeld Kevin Schwantz, wereldkampioen 500 cc 1993, er zijn opwachting.

De lijst van ‘TT-Legends’ die in juni 2007 naar Man kwamen, was lang en las als een who-is-who in het GP-racen van toen. Onder hen ondermeer:

  • Giacomo Agostini (Italië) - 10 TT-overwinningen, 15 wereldtitels
  • Graeme Crosby (Nieuw-Zeeland): 3 TT-overwinnningen, 2 wereldtitels (F1)
  • Robert Dunlop (Groot-Brittannië): 5 TT-overwinnningen
  • Geoff Duke (Groot Brittannië): 6 TT-overwinnningen, 6 wereldtitels
  • Carl Fogarty (Groot-Brittannië): 3 TT-overwinnningen, 7 wereldtitels (F1, SBK)
  • Mick Grant (Groot-Brittannië): 7 TT-overwinnningen
  • Phillip McCallen (Groot-Brittannië): 11 TT-overwinnningen
  • Chas Mortimer (Groot -Brittannië): 7 TT-overwinnningen
  • Phil Read (Groot-Brittannië): 7 TT-overwinnningen, 8 wereldtitels
  • Jim Redman (Rhodesië): 6 TT-overwinnningen, 6 wereldtitels
  • Tony Rutter (Groot-Brittannië): 8 TT-overwinnningen, 4 wereldtitels (F2)
  • John Surtees (Groot-Brittannië): 6 TT-overwinnningen, 7 wereldtitels
  • Carlo Ubbiali (Italië): 5 TT-overwinnningen, 9 wereldtitels
  • Charlie Williams (Groot-Brittannië): 8 TT-overwinnningen, 1 wereldtitel (F2)

Ad van Poppel

Bron: Retro-Biker april 2007. Abonneer je nu op Retro Biker

Vergezichten rondom Oudenaarde

Oudenaarde staat bekend als de poort tot de Vlaamse Ardennen. De stad ligt dus per definitie op de grens tussen het heuvelachtig landschap dat zo bekend is bij motorrijders, en het Vlaamse vlakke land. De Schelde speelt scheidsrechter tussen beide landschappen. Vanaf de markt van Oudenaarde vertrekken we richting Leupegem waar we de Edelare berg omhoog rijden om halverwege rechts af te slaan. Daar leggen we het eerste vergezicht vast in bits en bites, vlakbij het Kezelfort. Het fort is niet toegankelijk maar het uitzicht over de Stad Oudenaarde is indrukwekkend.

Vanaf hier toeren we over de heuvelflanken tot op de Kapellenberg waar we uitkijken op Maarke en de heuvel erachter waar Kerkem ligt.

Verderop in Nukerke krijg je het mooiste uitzicht over de Vlaamse Ardennen, er is dan ook een speciale trap gebouwd zodat je in alle comfort kan genieten. Spijtig genoeg is het café aan de andere kant van de straat sinds enige tijd dicht. Wie er echt niet genoeg kan van krijgen kan net om de hoek wel terecht in de Git(e)ane (www.giteane.be) om te overnachten.

Terug op de heuvelrug draaien we links af en we blijven over de bescheiden Vlaamse toppen rijden tot we de weg oversteken richting Horebeke. Aan de andere kant van dit charmante dorp vinden we een nieuwe heuveltop, daar staat de Tissenhovemolen (de oudste windmolen van Vlaanderen).

Vanaf hier duiken we definitief terug de Scheldevalei in richting Welden. Na al dat op-en-neer gebrom komen we in een totaal ander landschap terecht: de Scheldemeersen. Een ommetje tussen de knotwilgen en we zetten koers terug naar Oudenaarde. Maar niet voor we nog een laatste blik werpen op de streek die we net doorkruistten vanaf het uitkijkpunt dat werd ingericht ter gelegenheid van de herdenking van de slag bij Oudenaarde.

 

Om en rond Luzern en De Gothardpas

Als je niet genoeg kan krijgen van haarspeldbochten, ijle lucht en monumentale vergezichten dan is Zwitserland natuurlijk de “place to be”. De mooiste bergen en passen vindt je in het Zuiden tegen de Italiaanse grens. Deze route start in Luzern en brengt ons langs 4 passen aan de Oost-kant van Wallis (de “Valais”).

Motorrit Zwitserland

Luzern is het perfect vertrekpunt voor een bezoek aan Zwitserland. De stad op zich is al een bezoek waard met zijn beroemde houten brug, de gezellige shopping straten en een reeks heerlijke restaurants. Ook aan hotels is er geen gebruik hier aan het uiteinde van het “Vierwoudsteden Meer”. De trip België - Luzern is voor wie een stevig zitvlak en de juiste motor heeft vlot in één dag te doen (660km autosnelweg).

Wie geen nood heeft aan een beetje beschaving rondom zich bij het overnachten kan er ook voor kiezen om ergens in de eerste 60 kilometer van de route in te pikken. In de talloze dorpjes onderweg vind je hotels en restaurantjes allerhande. De pret begint eigenlijk pas echt bij Innertkirchen waar we de Grimsel pas aanvatten. Op de top van de pas vind je alles voor een middag stap, inclusief een mini marmotten-pretpark.

Eens over de Grimsel daal je af de “Valais” (de vallei die tevens een Zwitsers kanton is) in. Beneden aangekomen kiezen we niet de voor de hand liggende Furka pass, die komt later aan de beurt. Neen, we gaan een stukje de valei in tot het gehucht Ulrichen. Daar slaan we links af en starten we de beklimming van de tweede pas: de “Passo della Novena” ofte de “Nufenen Pas”. Je raad het al, deze pas leidt ons Italië binnen. Vlak nadat je de we naar de Nufenen pas bent ingeslagen vind je trouwens op je rechter kant een tankstation. Handig voor wie een kleine tank heeft, of wie wil profiteren van het enige wat in Zwitserland goedkoper is dan elders: brandstof.

Nadat je over de Nufenen pass gereden bent komt je in een typisch hooggebergte landschap terecht. Je rijdt nog een flink stuk door een soort niemandsland dat ‘s winters niet bereikbaar is. Vervolgens zak je verder af Italië binnen. Maar net voor we ons echt in de Zuiderse gekte storten kiezen slaan we in Airolo opnieuw links af, de Gothard pas omhoog. Als je in de verleiding komt om de pijlen te volgen, zorg er dan voor dat je niet in de Gothard tunnel terecht komt.

Ook op de top van de Gothard pas is er de nodige horeca voorzien, en je kan zelfs je stalen ros inruilen voor een koets met paardenspan om de pas aan de andere kant af te dalen. Hoewel ik vermoed dat weinig motor rijders daar veel zin in zullen hebben. In de afdaling richting Andermatt laten we een paar haarspeldbochten liggen want in Hospental slaan we alweer links af. Wie gehaast is om terug in Luzern te geraken kan hier trouwens kiezen om hier rechtdoor te gaan en verderop de snelweg naar ons vertrekpunt nemen.

De moedigen gaan echter door en kiezen voor richting de Furka pas. Nog meer prachtige berglandschappen leiden ons opnieuw naar de Westelijke ingang van de Valais. Op de top van de Furka pas is er een stopplaats om al dat moois op een veilige manier (stilstaand) te bewonderen. Aan de overkant van de weg zie je een klein huisje staan dat op een wel heel bijzondere manier verbouwd is. Wie hier een creatie van Panamarenko in ziet heeft goed gegokt. Dit is inderdaad het retraite-oord van deze wereldberoemde Belgische kunstenaar.

Bij het afdalen van de pas in de andere richting komen we langs het “Belvédere hotel” dat een wonderbaarlijk uitzicht biedt op de Rhone gletscher. Je kan ook gewoon je motor stallen op de parking (perfect veilig zoals meestal in Zwitserland) en de benen strekken voor een bezoek aan de ijsgrot in de gletscher.

Van hier gaat het verder naar beneden met talloze haarspeldbochten om de route te eindigen Gletsch. Van hieruit kan je terug naar Luzern opnieuw via de Grimsel pas. Een beter idee is waarschijnlijk om de Valais in te rijden en daar een leuke verblijfplaats te zoeken.

Eten en drinken:

Hotel Schweizerhof in Luzern ◦ Diep in de tanktas gaan is hier de boodschap. Een hotel dat nog de grandeur van de grote dagen weerspiegelt aan de rand van het meer. Om de prijs te drukken is de “Is er niets goedkoper in de buurt?” truk zeker een aanrader, wij kregen 50 euro korting en gratis ontbijt. ◦ De motor kan veilig in de parking van het hotel geparkeerd worden. ◦ Je kan in het hotel natuurlijk ook eten, maar wandel beter de stad even in, daar zijn tal van leuke plekken in alle maten en prijzen. ◦ Website: Hotel Schweizerhof in Luzern

“Romantisch” Hotel Restaurant Wilden Mann ◦ Voor wie het wat minder sjiek en eerder romantisch wil is er de “Wilden Mann”. ◦ Wij testten enkel het restaurant uit en dit is zeker een aanrader, vooral wie de lokale keuken eer wil aandoen. ◦ Website: Wilden Mann

Scooter route in de Vlaamse Ardennen

De Vlaamse Ardennen vormen zijn voor sommige enthousiaste motor rijders misschien net iets te druk, met te veel “kleine baantjes”. Met de scooter kan je echter perfect genieten van al het moois dat deze streek te bieden heeft.

Vespa

Deze scootertocht met bijzondere aandacht voor vergezichten en windmolens in het hartje van de Vlaamse Ardennen is een creatie van Diepke ter gelegenheid van een het internationaal scooter treffen georganiseerd door Scooterclub Flying Dutchman. Je kan ze natuurlijk ook rijden met de motor, of zelfs met de fiets maar dan zal het toch een flinke kuitenbijter zijn. Het start- en eindpunt van deze route ligt op de markt van Oudenaarde waar je vlot je tweewieler kwijt kan voor café De Carillon, het gezelligste motor-terras van het land. Je kan er trouwens ook lekker eten.

 

Bronnen Special: De Maas

Ons landschap wordt getekend door de rivieren die erdoor stromen. Daarom levert de zoektocht naar de bron van een rivier altijd leuke routes op. Deze bronnen-special voert ons naar de oorsprong van een aantal grote rivieren.

Voor de bron van de Maas moet je naar de Vogezen. Daar, net voor je het gebergte binnen rijdt in de buurt van Contrexeville en Vittel vind je midden de velden eigenlijk twee bronnen. Eéntje ligt letterlijk midden in een veld en daar kan dan ook niet bij. Dat is waarschijnlijk de reden waarom de lokale toeristische dienst ervoor gekozen heeft om het officieel monument bij de bron te zetten die vlakbij de weg ligt.

De officiële bron ligt op onderstaande kaart pal in het midden, het streepje groen langs de weg ten Zuiden van Pouilly-en-Bassigny. De tweede bron ligt net even ten Noorden van dit dorp.

Grotere kaart weergeven

Een tip voor logement in de buurt is zeker de Chambre D’Hotes: Le Chateau in Saulxures-les-Bulgnéville. Een prachtige omgeving waar je een heerlijke menu eet ‘s avonds en ‘s morgen en ontbijt krijgt voorgeschoteld die ik nog nergens anders zag.